De gegevens van het profiel instellen

Gewijzigd op Ma, 11 Aug om 10:32 AM

Profiel: Records tab


De gegevens in een lengteprofiel of dwarsprofiel aanpassen

De Records-tab bepaalt welke informatie wordt weergegeven in je lengteprofiel of dwarsprofiel. Je voegt hier de gegevens-lagen toe die zichtbaar moeten zijn in de grafiek: terreinmodellen, ontwerpmodellen, referentieobjecten of snijpunten. Elk record heeft zijn eigen type, kleur, stijl en bemating.


In deze tab kun je:





WERKWIJZE

1. Open het profielvenster

  • Selecteer de snijlijn (lijn-object of pad-object met eventuele punten / lijnen voor referentie of snijpunten).
  • Ga via het menu naar het commando Lengteprofiel of Dwarsprofielen.


In het Profiel-venster


2. Ga naar het tabblad Records
Je ziet een tabel met kolommen:

  • Type – de bron van de gegevens (bv. DTM, Referentie)

  • Sub Type – wat je precies wil tonen (hoogte, helling, verschil...)

  • Data 1 / Data 2 – de betrokken modellen of objecten

  • Maataanduidingen – instellingen voor teksten, cijfers en bemating (zie ook: Hoe de layout van lengte- en dwarsprofielen aanpassen



2. Gegevens toevoegen 

Record-rijen toevoegen aan de je grafiek.

  • Druk op Auto invulling om je records door Pythagoras te laten genereren op basis van de objecten in je tekening of selectie.


  • Manueel aanpassen via de knoppen Druk op de plus-knop om een rij toe te voegen. Druk op de min-knop om een record-rij te verwijderen. Pas de volgorde aan met omhoog/omlaag.




De optie: vast interval

De interval-afstand geef je in bij de Lengteprofiel-tab naast Vast interval.

Per record-rij kan je vervolgens in het Stijl-venster (klik op de AA-knop in de kolom Maataanduidingen) bij Vast interval aanvinken of de gegevens alleen op een vast interval moeten worden weergegeven of niet. 




Beschikbare types en subtypes

Blanco lijn

  • Subtype: geen. Ook geen andere instellingen.
  • Blanco record-rij in te voegen als visuele onderverdeling



Gegevens pad

  • Subtype: Hoogte Hoogtes van de geselecteerde snijlijn (lijn/pad). Startpunt, eindpunt, evt tussenpunten. Of op vast interval.

  • Subtype: Afstand Cumulatieve afstanden van de geselecteerde snijlijn (lijn/pad). Startpunt, eindpunt, evt tussenpunten. Of op vast interval.

  • Subtype: Helling   Hellingspercentage (%) van de geselecteerde snijlijn (lijn/pad). Per segment. Of op vast interval.



Alle afstanden

  • Subtype: Afstand
  • Samengestelde of cumulatieve afstand is de totale afstand die wordt afgelegd, inclusief alle tussenliggende punten, van een startpunt tot een eindpunt. Optie: met vaste intervallen.



DTM

  • Subtype: Hoogte / Afstand / Helling
  • Profiel van een enkel terreinmodel. Record-rij toont ofwel hoogte-, afstand of hellingsgegevens. Optioneel: met vaste intervallen. Kies in de kolom Data 1 het weer te geven terreinmodel.



DTM1-DTM2

  • Subtype: Verschil
  • Vergelijking tussen twee modellen (bv. volume). Record-rij toont het hoogteverschil tussen de gekozen DTM's. Kies in de kolom Data 1 en kolom Data 2 de correcte terreinmodellen. (Optioneel: met vaste intervallen.)



Puntenwolk

  • Subtype: Hoogte / Afstand / Helling
  • Profiel van een puntenwolk. Rij met ofwel hoogte-, afstand- of hellingsgegevens. Selecteer in kolom Data 1 de puntenwolk.



VOORWAARDE voor onderstaande opties
Je selectie moet uit meerdere objecten bestaan: de snijlijn moet een Pad-object zijn om onderscheid te kunnen maken met de andere op te nemen objecten in de grafiek (selecteer Pad en alle nodige op te nemen objecten).



Referenties

  • Subtype: Hoogte / Afstand / Helling
  • Toon de lijnen of punten van je selectie als referenties. In de kolom Data 1 kan je de selectie verfijnen door een Laag te kiezen.



Snijpunten

  • Subtype: Hoogte / Afstand / Verschil
  • De snijpunten van het geselecteerde pad met mee geselecteerde lijnen wordt op het lengteprofiel geplaatst.







Records beheren

Gebruik de knoppen onderaan de tabel:

  • Instellingen opslaan met ‘Bewaar’

  • Herstellen naar standaard met ‘Reset’






Opmerkingen

  • Je kunt meerdere paden selecteren om meerdere profielen tegelijk te genereren. Elke snede wordt in een apart bestand geplaatst.

  • Voeg een opmerking toe aan een pad (via Objectinformatie) om de output herkenbaar te maken.

  • Vanaf Pythagoras 2025 zijn de profielen dynamisch. Bij vorige versies is het profiel statisch: wijzigingen in het grondplan of de DTM worden niet automatisch doorgevoerd.

  • Gebruik 'DTM1 - DTM2' om verschillen tussen modellen te tonen, zoals ontgraving of ophoging.

  • Referenties zijn ideaal om kabels, leidingen of andere snijdende objecten in beeld te brengen.





Was dit artikel nuttig?

Dat is fantastisch!

Hartelijk dank voor uw beoordeling

Sorry dat we u niet konden helpen

Hartelijk dank voor uw beoordeling

Laat ons weten hoe we dit artikel kunnen verbeteren!

Selecteer tenminste een van de redenen
CAPTCHA-verificatie is vereist.

Feedback verzonden

We stellen uw moeite op prijs en zullen proberen het artikel te verbeteren