Werken met een Helmert transformatie
Uitgangssituatie
Je werkt met twee afzonderlijke tekeningen:
T1: een tekening in lokaal coördinatensysteem, bijvoorbeeld een terreinmeting met een totaalstation opstelpunt (0, 0) of een ontwerpplan van een architect.
T2: een gegeorefereerd plan, zoals een kadastrale kaart of een terreinopmeting waarbij de punten met een GPS-toestel in bijvoorbeeld Lambert 72-coördinaten werden ingemeten.
Je wil T1 correct positioneren binnen T2 zodat beide plannen geografisch overeenkomen en perfect op elkaar passen.
- 1. Voorbereiding: paspunten bepalen
- 2. Paspunten inladen en transformatie uitvoeren
- 3. Objecten kopiëren en plakken op globale coördinaten
Voorbereiding: paspunten bepalen
Om een correcte plaatsing uit te voeren, heb je minstens 3 paspunten, liefst 4 of meer voor een robuuste berekening.
Dit zijn punten die zowel in het lokale systeem (T1) als in het gegeorefereerde systeem (T2) gekend zijn.
Voorbeelden van paspunten: hoeken van gebouwen, grenspunten van een perceel, herkenbare infrastructuur.
TIPS
Zorg dat de paspunten ruim gespreid zijn over het gebied.
Vermijd paspunten die te dicht bij elkaar liggen of op één rechte lijn vallen.
Controleer altijd de residu’s: streef naar een afwijking van minder dan 2 cm (St Afw < 0.02).
Zorg dat in T1 en in T2 minstens 3 (pas)punten zijn met hetzelfde unieke puntnummer. Het puntnummer is de sleutel waarmee Pythagoras de overeenkomende punten automatisch herkent tijdens het uitvoeren van de transformatie.
Controleer het coördinatensysteem van T2
Open T2 (de gegeorefereerde tekening).
Ga naar Instellingen > Documentinstellingen > Coördinaten Referentiesysteem.
Selecteer het correcte CRS, bijvoorbeeld Lambert 72 België.
Klik op OK.
Let op: per tekening kan slechts één CRS actief zijn.
Paspunten inladen en transformatie uitvoeren
- Open T1 (de lokale tekening).
- Selecteer de paspunten (minimaal drie punten).
- Ga naar de Berekening > Transformatie > Helmert transformatie…
- Druk op de knop Zoek coördinaten op.
- In het venster Zoek XY coördinaten in selecteer je T2.
- Klik op OK.
- De coördinaten van de overeenkomende punten verschijnen nu in de kolommen X en Y. (2)
- Druk op de knop 'Bereken'. (3)
- De transformatieparameters worden berekend. (4)
- Druk op OK. (5)
- Druk op de knop Zoek coördinaten op.
In T1 zie je links in het controlepaneel nu een nieuw coördinatensysteem verschijnen: 'Globaal'.
Het oorspronkelijke coördinatensysteem 'Lokaal' blijft ook beschikbaar.
Objecten kopiëren en plakken op globale coördinaten
Ga in T1 naar Bewerken > Zoek & Selecteer > Alle objecttypes (of gebruik Ctrl+A) om alles te selecteren.
Kies vervolgens Bewerken > Kopieer > Pythagoras klembord (of gebruik Ctrl+C).
Schakel over naar T2.
Kies Bewerken > Plak (of gebruik Ctrl+V).
Klik OK bij de melding 'Een of meer puntnummers zijn dubbel gebruikt'.
De inhoud van de lokale tekening wordt nu op de juiste plaats in de gegeorefereerde omgeving geplaatst.
Let op: In T1 is het istechnisch mogelijk om een CRS toe te wijzen aan 'Globaal', maar dit is niet nodig voor de workflow met plakken op globale coördinaten.
Een CRS toewijzen aan 'Globaal' transformeert de volledige tekening definitief en kan niet ongedaan worden. Je verliest dan ook het oorspronkelijke systeem 'Lokaal'. Gebruik dit dus alleen als je zeker weet dat je het volledige project naar één vast coördinatenstelsel wil omzetten.
Was dit artikel nuttig?
Dat is fantastisch!
Hartelijk dank voor uw beoordeling
Sorry dat we u niet konden helpen
Hartelijk dank voor uw beoordeling
Feedback verzonden
We stellen uw moeite op prijs en zullen proberen het artikel te verbeteren