Bewerken van een terreinmodel
Het bewerken van een terreinmodel kan om verschillende redenen belangrijk zijn. Ten eerste kan je de bestaande triangulatie verfijnen of optimaliseren om de nauwkeurigheid en prestaties te verbeteren. Daarnaast biedt het bewerken de mogelijkheid om nieuw te realiseren situaties te creëren op basis van het huidige terrein. Dit artikel geeft je een overzicht van de mogelijkheden voor het bewerken van terreinmodellen.
- Optimaliseren van het terreinmodel
- De hoogte van het terreinmodel wijzigen
- Bewerken van een vertex of driehoek
- Bewerken met bestaande objecten
Het direct bewerken van een terreinmodel kan niet ongedaan worden. Maak eerst een kopie indien nodig.
Optimaliseren van het terreinmodel
Deze functies hebben als doel om een stabieler, nauwkeuriger en efficiënter terreinmodel te bekomen. Dit komt de prestaties van berekeningen en visualisatie ten goede. Deze bewerkingen hebben invloed op het volledige terreinmodel, in zijn totaliteit.
Storende driehoeken verwijderen
Na het aanmaken of bewerken van een terreinmodel kan het zijn dat er 'storende' driehoeken zijn. Voor een optimaal resultaat is het interessant om deze te verwijderen. Dit kan je met het commando: DTM > Verwijder driehoeken.
Bijvoorbeeld de smalle driehoeken verwijderen die op de rand van een terreinmodel ontstaan (na het creëren van een terreinmodel) doe je door de optie Grensdriehoeken te selecteren. Je kan kiezen de driehoeken met zeer kleine hoeken en/of de zijden die groter zijn dan een opgegeven waarde, te verwijderen.
Optimaliseren van een bewerkt terreinmodel
Als je een terreinmodel bewerkt zonder de Delaunay-triangulatie opnieuw te genereren, kunnen er onnauwkeurigheden of inconsistenties optreden in de driehoeken, wat de nauwkeurigheid en de prestaties van het model kan beïnvloeden. Veranderingen in punten of vertices kunnen de geometrie beïnvloeden, en door een nieuwe Delaunay-triangulatie te maken, wordt ervoor gezorgd dat het terreinmodel geometrisch consistent blijft, wat essentieel is voor verdere bewerkingen, visualisatie en analyses.
Via de functie DTM > Hertrianguleer is het mogelijk om het volledige terreinmodel volgens de Delaunay methode te herberekenen, zonder rekening te houden met:
- Originele breuklijnen.
- Eventueel verwisselde diagonalen.
De hoogte van het terreinmodel wijzigen
De hoogte van het volledige terreinmodel pas je aan met het commando DTM > Hoogte aanpassen. Dit commando voegt een bepaalde positieve of negatieve waarde toe aan de Z-coördinaat van alle vertices, waardoor de hoogte van het terreinmodel wordt gewijzigd.
- Selecteer via het menu DTM > Hoogte aanpassen.
- In het venster kies je het terreinmodel dat je wil bewerken. Geef de waarde in voor het hoogteverschil en de factor.
- Klik op de knop OK.
Bewerken van een vertex of driehoek
Het direct bewerken van de triangulatie kan door middel van het één voor één manipuleren van een driehoek/diagonaal of een vertex.
In het menu DTM > Werktuigen heb je de volgende opties:
- Diagonaal wisselen, Driehoek verwijderen
- Vertex verplaatsen (X, Y, Z), Vertex toevoegen (X, Y, Z), Vertex verwijderen, Hoogte van een punt (vertex) wijzigen
Bewerken met bestaande objecten
Heb je een aantal zaken uitgetekend? Deze kan je deze gebruiken om je terreinmodel verder te modelleren of te wijzigen.
(zie ook: Hoe vertices of breuklijnen toevoegen aan een terreinmodel)
De werktuig opties vind je terug via via het menu DTM > Bewerk terreinmodel.
Teken je objecten over een terreinmodel dan wordt de hoogte van deze objecten automatisch aangepast aan de hoogte van het terreinmodel.
Bewerken met punten en lijnen
Bewerk de vorm van het terreinmodel door een selectie van punten als vertexen en/of lijnen als breuklijnen toe te voegen. (Polylijnen als ze gecombineerd zijn met lijnen.)
- Selecteer de punten en/of lijnen.
- Kies via het menu DTM > Bewerk terreinmodel... .
- In het venster Bewerk terreinmodel druk je op de knop OK om de geselecteerde optie te bevestigen.
- Eerst komt een waarschuwing, klik op de knop OK om verder te gaan. Klik op de knop Annuleer om de bewerking af te breken.
Bewerken met polygonen
Gebruik de contour van polygonen om het terreinmodel in te snijden, Knip binnen de polygonen weg
of om het terreinmodel bij te snijden,Knip buiten de polygonen weg.
- Selecteer de polygoon/polygonen.
- Kies via het menu DTM > Bewerk terreinmodel... .
- In het venster Bewerk terreinmodel druk je op de knop OK om de geselecteerde optie te bevestigen.
- Eerst komt een waarschuwing, klik op de knop OK om verder te gaan. Klik op de knop Annuleer om de bewerking af te breken.
Een deel van het terreinmodel is weg, verwijderd met behulp van een polygoon of polygonen als binnen- of buitenlimiet.
Bewerken door invoegen van een ander terreinmodel
Deze bewerking voegt twee terreinmodellen samen.
- Kies via het menu DTM > Bewerk terreinmodel... .
- In het venster Bewerk terreinmodel kies je bij Naam welk terreinmodel het resultaat van de bewerking zal weergeven. Bij Voeg DTM in selecteer je het terreinmodel dat zal worden toegevoegd (dit terreinmodel blijft onveranderd).
- Druk op de knop OK om je keuzes te bevestigen.
- Eerst komt een waarschuwing. Klik op de knop OK om verder te gaan. Klik op de knop Annuleer om de bewerking af te breken.
Was dit artikel nuttig?
Dat is fantastisch!
Hartelijk dank voor uw beoordeling
Sorry dat we u niet konden helpen
Hartelijk dank voor uw beoordeling
Feedback verzonden
We stellen uw moeite op prijs en zullen proberen het artikel te verbeteren